Bezoek Koninklijke Sterrenwacht van België te Ukkel

Bezoek Koninklijke Sterrenwacht van België te Ukkel

Bij aankomst op de Koninklijke Sterrenwacht van België werden we, Aart, Kees en Willem-Jan, om klokslag 11 uur opgewacht door Hilde Langenaken. Zij heeft het archief onder beheer en zal ons op deze dag begeleiden. Nadat we waren voorzien van een kop koffie begaven we ons door een lange gang naar het achterste deel van het hoofdgebouw. Via een soort plein kwamen we vervolgens bij het Carte-du-Ciel; het gebouw en de telescoop hebben in Ukkel dezelfde benaming. Het is een gebouw dat vaag lijkt op het oude gebouw van de Fotograaf, opgetrokken in neo-Vlaamse renaissance stijl. Binnen in het gebouw wordt duidelijk waarom er op deze sterrenwacht geen excursies meer worden gehouden. Ons wordt uitgelegd dat de gebouwen eigendom zijn van de staat. Deze worden – van buiten – keurig onderhouden; de Carte-du-Ciel heeft, zoals ook een aantal andere telescopen, recentelijk een nieuwe koepel gekregen. Het interieur, waaronder dus ook de Carte-du-Ciel telescoop valt niet “onder de staat”, maar is eigendom van de sterrenwacht en moet dus ook door hun worden onderhouden. Anders dan in Leiden, waar de telescopen het eigendom van de Universiteit zijn, is er in Ukkel geen budget om de telescopen die niet in gebruik zijn te onderhouden. Er werd dus ook met jaloerse blikken naar de situatie in Leiden gekeken.

Het doel van het bezoek aan de sterrenwacht in Ukkel was om te kijken hoe de precisieregeling op de uur-as van de Carte-du-Ciel in elkaar zit. Bij mijn correspondentie met de sterrenwacht begreep men niet waar ik het over had; bij nadere beschouwing van de telescoop bleek nu ook waarom; deze precisieregeling bevind zich niet op deze Carte-du-Ciel telescoop. Wat wel opviel was de luxe van een in hoogte beweegbare vloer. Hier dus geen moeilijke waarneemtrap.

Mechanisme om vloer te bewegen

Mevrouw Dr. Lampens, die tot voor kort haar kantoor in de Carte-du-Ciel had, vertelt dat de telescoop pas in 1908 in Ukkel is geplaatst nadat de sterrenwacht van Potsdam haar plaats binnen het Carte-du-Ciel programma had opgegeven, en Ukkel dus de plaats van Potsdam overnam. De bediening van de telescoop, die tot 1964 in gebruik is geweest, is nog geheel in de originele staat – er wordt dus nog mechanisch gevolgd.

Carte du Ciel koepel

Na een korte blik in het archief werden we naar de grootste, nog steeds in gebruik zijnde, telescoop op het terrein geleid; de Schmidt telescoop, een fotografische telescoop met een hoofdspiegel van 1,20 m en een effectieve brandpuntafstand van 2,10 meter. Men bepaald hiermee de positie van objecten aan de hemel en die van bewegende objecten in het bijzonder. Dit gebeurde aanvankelijk op glasplaten. In de jaren 90 van de vorige eeuw werd duidelijk dat dit met CCD-camera’s effectiever kon. Zo ontstond het RUSTICCA-programma (Revalorising the Ukkel Schmidt Telescope by Installing a CCD Camera). Positie bepaling van kleine planeten was het hoofddoel van dit project. Voorts worden er fotometrische waarnemingen van onderlinge verschijnselen van planeten en satellieten gedaan, fotometrie van variabele sterren en bedekkingen van sterren door asteroïden of planetoïden.

We werden hier rondgeleid door een astrofysicus, die ons vervolgens mee nam naar de kelder van het gebouw. Daar worden onder de juiste atmosferische omstandigheden alle glasplaten van de sterrenwacht van Ukkel, maar ook van andere sterrenwachten in Europa en ESO bewaard en ingescand met speciale inscan apparatuur die op een eigen – los van het gebouw staande – fundering staat.

De sterrenwacht heeft ook een klein museum die is gehuisvest in de oorspronkelijke Meridiaanzaal. Hier staan vele klassieke instrumenten opgesteld, zoals een van de meridiaancirkels en een kijker van Rienks, berucht uit de geschiedenis van de Leidse Sterrewacht toen deze nog op het dak van het academiegebouw aan het Rapenburg was gehuisvest. Ook deze kijker was geschonken door Koning Willem I (België werd in 1830 onafhankelijk van Nederland; de sterrenwacht van België werd in 1823 opgericht op een andere locatie in Brussel).

Vervolgens was er nog net tijd om een kijkje te nemen bij de 45 cm Cooke-Zeiss refractor met een focale afstand van 7 m. En hoewel Herge, de schrijver van “Kuifje”, vlak om de hoek van de sterrenwacht in Ukkel woonde, en zijn inspiratie voor “De Geheimzinnige Ster” bij deze sterrenwacht haalde, werd er met nadruk op gewezen dat deze telescoop, hoewel hij er op lijkt, niet de telescoop is uit het genoemde verhaal.

Het was Hilde Langenaken in de loop van de dag opgevallen dat Aart “iets” heeft met klokken. Als toetje werden we tenslotte naar een ruimte diep onder de sterrenwacht gevoerd, waarvan Aart een impressie schreef:

“We hebben drie minuten. Volgt u mij, dit is voor Aart”. Vanuit de fraai gerestaureerde, barokke hal onder de grote refractor gaan we een deur door, een kantoortje in dat nu een rommelige opslag is. “Uw kleren mogen vies worden?”

Er volgt een stenen trap met een scherpe bocht naar de kelder, op een hoek ligt een half gesloopt stuk mechanica, ik zie afgevallen tegels en losse kabels. Het ruikt muf. Meer treden, een gang en een deur. Onze gids, een kleine Belgische dame met een vormeloos petje en een opleiding in de elektronica, knipt gloeilampen aan. In de gang achter de deur is geen ruimte voor drie mensen “Gaat u even naar rechts, dan kan de deur dicht”. De mufheid is veranderd in de diepe stank van een vele decennia afgesloten ruimte. De atmosfeer is benauwend. Langs de muren ontwaar ik in het halfduister vele buizen, als een kooi. Onbewust probeer ik mij te oriënteren, we moeten nu in de fundamenten onder de oude Meridiaanzaal zijn. Achter elkaar lopen we door de gang, weer een hoek om naar een kleine houten deur. “Er is hier helemaal geen luchtverversing, vandaar het zuurstofgebrek” verklaart onze gids. En dan: “Hup, d’r in!” Door de deur komen we in een lage, rechthoekige ruimte. “Dit is een bunker in een bunker”. Het gaat allemaal te snel om te filosoferen over claustrofobie.

Twee lampjes geven wat licht. Om ons heen staan vier massieve, manshoge natuurstenen zuilen opgesteld. Aan iedere zuil is een zware metalen beugel bevestigd welke een grote glazen stolp draagt. Er klinkt zacht getik. In de vacuümstolpen lopen nog altijd, al meer dan honderd jaar zorgvuldig afgesneden van de buitenwereld, vier Clemens Riefler astronomische uurwerken. Twee houden gezamenlijk de sterrentijd bij, twee de aardse tijd. De atmosfeer wordt steeds benauwender. Er is weinig tijd om foto’s te maken en het in mij op te nemen.

Dit is geen ruimte voor mensen, maar voor tijd alleen.

Clemens Riefler astronomisch uurwerk


Reacties zijn gesloten.