De Zunderman-kijker
Zundermantoren (Heliometertoren)
De Zunderman-telescoop ontleent zijn naam aan chef-instrumentmaker H. Zunderman. Onder zijn leiding is de telescoop in de werkplaats op de Leidse Sterrewacht gebouwd en voorzien van een foto-elektrische sensor om helderheden van sterren te meten in verschillende kleuren. De telescoop is in 1947 opgeleverd. Dhr. Walraven is met deze helderheidsmetingen op de sterrenwacht begonnen.
De telescoop was oorspronkelijk ontworpen om de directe omgeving van de aarde in ons melkwegstelsel te onderzoeken. Later is de kijker gebruikt om veranderlijke sterren en dubbelsterren waar te nemen.
Het instrument is een reflector, de spiegel heeft een diameter van 46 cm en een brandpuntsafstand van 663 cm. Oorspronkelijk was het een Newtontelescoop met een brandpuntsafstand van 225 cm. Voor het werk met een fotometer is hij omgebouwd tot een gebroken Cassegrain-telescoop. Door de korte bouw die een spiegeltelescoop mogelijk maakt is het geheel opgehangen in een vorkmontering.
De koepel waarin de telescoop is geplaatst, is gebouwd in 1878 en vernieuwd in 1932. Oorspronkelijk was de koepel bedoeld om er de Heliometer van Merz op te stellen. Daarom werd de toren ook wel de Heliometertoren genoemd. De heliometer is er echter nooit geplaatst. De toren is ontworpen door het bedrijf van de bekende architect P.J.H. Cuypers.